Cavia

Enkele tips en weetjes om je cavia in optimale conditie te houden...

leeftijd: 6 jaar (kan naar 12 jaar oplopen)
vrouwtje: zeug
mannetje: beer
gewicht: 850-1000 gr
gewicht bij geboorte: 40-60 gr
geboren: open ogen, haar en tanden
draagtijd: 65 dagen

Inleiding

De cavia, ook wel guinees biggetje genoemd, is een uit Zuid-Amerika afkomstig knaagdier. Het is een populair huisdier vooral in gezinnen met jonge kinderen, omdat ze makkelijk te hanteren en te verzorgen zijn. Er zijn diverse rassen, voorbeelden zijn de langhaar, ruwhaar, borstel en natuurlijk de korthaar cavia.
De maximale levensverwachting is 12 jaar, maar gemiddeld leeft de cavia ongeveer 6 jaar. Vrouwtjes (zeugjes) wegen ± 850 gr, mannetjes (beertjes) 1 kg.

De cavia als gezelschapsdier

De cavia is een makkelijk te hanteren diertje dat niet zo snel zal bijten. De meeste cavia’s houden er niet van om opgetild te worden. Ondanks het feit dat ze graag worden geaaid, is het optillen voor hen een eerder akelige ervaring. Het is daarom normaal dat het diertje van je handen zal weglopen als je hem of haar wil optillen.
Denk eraan altijd voorzichtig en traag te bewegen als je je cavia wil vangen. Je kan de cavia best met beide handen opnemen. Het beste is het dier met de ene hand rond de schouder te pakken en met de andere hand het onderlichaam te ondersteunen.

Cavia’s zijn goed in groep te houden, maar soms breken er rangordegevechten uit vnl. tussen de beertjes. Deze gevechten kunnen erg hevig zijn en je kan de dieren dan beter uit elkaar halen. Wanneer je een zeugje en een beertje samen zet, kan je je maar beter voorbereiden op een mogelijke dracht en kleintjes. 

Huisvesting

Cavia’s houden van ruimte. Een caviakooi moet minimaal 60x60x40 cm (LxBxH) zijn voor één cavia en uiteraard groter voor meerdere. De kooi moet gemaakt zijn van knaagbestendig en makkelijk schoon te maken materiaal, liefst kunststof.
Het is echter niet verstandig om een kooi met geheel dichte zijwanden te nemen, omdat dan de luchtverversing onvoldoende is. Volledig kunststoffen kooien met alleen een getraliede bovenzijde zijn dus ongeschikt. Wanneer je een kooi gaat kopen, kan je er beter een nemen waarvan de randen hoog genoeg zijn om de bodembedekking en het voedsel binnen in de kooi te houden maar het diertje toch toelaten over de rand te kunnen kijken.

De dieren moeten zich kunnen verschuilen. Een houten bakje of een omgekeerd geplaatst kartonnen doosje met enkele openingen kan hier heel goed voor dienen. Als je merkt dat het diertje zich altijd hieronder verschuilt, waardoor het minder sociaal wordt, kan je dit verhelpen door de schuilplaats enkel ’s nachts in het hok te plaatsen.

Vooraleer de bodembedekking in de kooi te installeren, kan je er best een laag krantenpapier in leggen. Als bodembedekking kan je dan hooi, stro, houtkrullen of papiersnippers gebruiken, eventueel met wat kattegrit eronder om het vocht te absorberen. Let er wel op dat de bedding niet te stoffig is, cavia’s zijn gevoelig op hun luchtwegen. Steek bij twijfel je eigen neus erin: krijg je een niesbui, dan is het zeker niet goed voor je cavia!

De kooi moet je minimaal één keer per week schoonmaken en één keer per maand desinfecteren met een beetje chloor, soda of iets dergelijks. Cavia’s houden niet van warmte, kamertemperatuur (20 graden) is ruim voldoende. Hou ze bij de verwarming vandaan, uit de tocht en uit fel zonlicht.

Voeding

De voeding moet bestaan uit caviakorrels en vers hooi. Zorg ervoor dat je echte caviakorrels geeft. De meeste soorten knaagdiervoer zijn ongeschikt voor cavia’s, omdat ze geen vitamine C bevatten. Hamsters, konijnen en andere knaagdieren hebben dit niet nodig, maar cavia’s wel. Er zijn speciale caviakorrels op de markt die voldoende vitamine C bevatten (zijn op de praktijk verkrijgbaar). Een tekort aan vitamine C leidt tot een verminderde weerstand, waardoor de dieren allerlei ziektes kunnen krijgen. Koop niet teveel caviakorrels in één keer en vermijd voeder dat reeds lang in de rekken staat. Het is namelijk zo dat het stockeren van caviavoeding gedurende langere periodes aanleiding geeft tot een afbraak van voedingsstoffen en vitamines. Denk er ook aan om elke voederwijziging (bv. overschakelen naar een ander merk) geleidelijk door te voeren door beide voeders te mengen gedurende een tweetal weken.
Hooi is erg belangrijk om de spijsvertering van de cavia optimaal te houden.
Het is beter om het hooi na aankoop uit de plastieken verpakking te halen en te bewaren in een houten bak of kartonnen doos. Naast dit droogvoer moet de cavia dagelijks goed gewassen verse groenten en fruit krijgen voor hun dagelijkse aanvoer van vitamine C. Voornamelijk broccoli, spinazie en bloemkool zijn hiervoor geschikt.
Eventueel kan je extra vitamine C geven door het voer aan te vullen met een vitamine C tabletje als een soort snoepje of via het drinkwater in een dosering van 1 gram per liter drinkwater.
Ook een stukje fruit mag wel. Als aanvulling op het voer kan je er ook nog ander groenvoer bij geven. Voorbeelden zijn klaver, paardebloemblaadjes, vogelmuur of gewoon gras.
Cavia’s zijn slordige eters; ze morsen veel en doen hun behoeftes vaak in de voederbak. Het voedsel moet dus regelmatig ververst worden en de voederbak regelmatig schoongemaakt. Let erop een niet te groot en een eerder zwaar (vb aarden) voederbakje te gebruiken zodat het bakje niet omvalt als het diertje met haar/zijn pootjes op de rand staat.
Hiernaast moet er altijd voldoende vers drinkwater beschikbaar zijn. Drinkflesjes zijn beter dan kommetjes of bakjes met water omdat deze gemakkelijk bevuild raken met bodembedekking, voedsel en uitwerpselen van de cavia. De drinkflesjes moeten regelmatig gereinigd worden omdat cavia’s terugspuwen in de fles. 

Voortplanting

Cavia’s zijn zeer snel geslachtsrijp, beertjes op 8-10 weken, zeugjes op 4-6 weken.
Als je wil fokken, kan je het beste wachten tot de dieren wat ouder zijn, 4-5 maanden is een mooie leeftijd.
Zeugjes hebben om de 14-19 dagen een vruchtbare periode, waarin ze gedekt kunnen worden. Denk erom dat het zeugje binnen 24 uur na de bevalling weer gedekt kan worden! Gemiddeld dragen cavia’s 65 dagen.
Drachtige zeugjes kunnen meestal op hun eentje een gezond nestje op de wereld zetten. Gedurende de laatste 2 weken van de dracht kan je eventueel wat extra glucose aan het drinkwater toevoegen vb. onder de vorm van honing. Geef de dieren zoveel mogelijk rust en voorzie eventueel wat extra vitamine C. Een normale worp bestaat meestal uit 3 of 4 jongen, maar soms zijn het er ook meer dan 6.
Cavia’s maken geen nest en de jongen worden geboren met open ogen, haar en tanden, het zijn nestvlieders. Binnen één dag na de bevalling kunnen de jongen al vast voedsel opnemen en na 3-4 weken kunnen ze bij hun moeder worden weggehaald.
Bij beertjes is de afstand tussen anus en geslachtsopening groter dan bij zeugjes. 

Verzorging en enkele veel voorkomende ziekten

  • Verzorging
Kijk de dieren regelmatig na. Let erop dat hun vacht schoon is (borstelen) en kijk of nagels en tanden niet te lang worden. Voel goed of de cavia niet vermagert, bij ziekte is dit vaak het eerste wat je opmerkt! Indien hij/zij niet meer wil eten of drinken, last heeft van diarree, een ruwe vacht heeft, vermagerd is, moeilijkheden heeft met ademen of zich voort te bewegen of andere abnormale gedragingen vertoont, ga je best langs bij je dierenarts. 
  • Ziekten
1. Schurft komt veel voor bij cavia’s. De dieren hebben jeuk, met name aan kop en oren en hebben kale, korstige plekken. Het is niet besmettelijk voor mensen en is goed te behandelen met een injectie.

2. Een andere mogelijke huidklachten is een schimmelinfectie. De verschijnselen zijn bijna hetzelfde als bij schurft, maar schimmel is wel besmettelijk voor mensen, met name voor jonge kinderen. Het laat zich gelukkig zowel bij mens als dier goed behandelen.

3. Gebitsproblemen komen vaak voor bij oudere cavia’s. Cavia’s hebben tanden en kiezen die altijd doorgroeien en op elkaar horen af te slijten. Als één of meer tanden scheef staan, gaat dit wel eens mis en ontstaan er tandpunten, dit zijn scherpe uitsteeksels die kunnen prikken in de tong of de wang. Hierdoor heeft de cavia pijn bij het eten en drinken. De cavia wordt mager en laat bij het kauwen steeds stukjes voer uit zijn mond vallen. Meestal kunnen wij de tanden en kiezen weer glad maken en uw dier veel ellende besparen.

4. Darmstoornissen (diarree) kennen vele oorzaken: wormen, verkeerd voer of infecties van het darmkanaal. De behandeling is afhankelijk van de oorzaak, maar een algemeen advies is het dier 2 dagen alleen hooi en water geven.
Als het niet over gaat niet te lang wachten om naar de dierenarts te gaan.
Cavia’s laten niet snel zien dat ze ziek zijn, dus als je ziet dat hij niet lekker is, is het dier meestal flink ziek. Wacht daarom niet te lang met het raadplegen van je dierenarts. Hoe eerder hij begint met het behandelen van het zieke dier, hoe beter de vooruitzichten zijn.
Een goede tip: weeg je cavia wekelijks, of voel of hij/zij niet vermagert, dit is vaak het eerste teken dat er wat mis is!
 

Weetjes

  • Cavia’s doen aan coprofagie, wat wil zeggen dat ze regelmatig hun eigen uitwerpselen opeten. Het is belangrijk om te weten dat dit volledig normaal en zelfs noodzakelijk is voor deze diersoort. Deze uitwerpselen zijn een belangrijke bron van eiwitten en vitaminen. Meestal nemen de diertjes deze uitwerpselen rechtstreeks vanuit hun anus op.

  • Cavia’s hebben een breed gezichtsveld, maar kunnen niet zo gemakkelijk voorwerpen echt scherp onderscheiden. Zij kunnen ook moeilijk bepaalde hoogtes inschatten. Let er dus op de cavia niet onbewaakt op de tafel of het aanrecht achter te laten, zodat hij/zij er af kan vallen met ev. breuken en kwetsuren tot gevolg.

  • Cavia’s vluchten bij het minste of geringste onraad, waarbij de groep kan “exploderen”. Vlak voor de schuilplaats kan het dier bevriezen om er pas op het laatste moment in te verdwijnen.

  • Geslachtsbepaling: bij beertjes is de afstand tussen anus en geslachtsopening groter dan bij zeugjes. Als je op het achterste deel van de onderbuik duwt bij het beertje zal de penis naar buiten komen.

  • Hoewel het zeugje maar 1 paar tepels heeft, kan ze makkelijk nesten van 3-4 jongen groot brengen.