Hulsterheide » diensten » behandelingen » fretten » algemene informatie

Fretten

Enkele tips en weetjes om je fret in optimale conditie te houden...

Inleiding

De fret is een klein roofdier dat vermoedelijk afstamt van de Europese bunzing. Reeds eeuwenlang wordt de fret door de mens gebruikt voor verschillende doeleinden. In de Middeleeuwen werden fretten gebruikt in de konijnenjacht. Tot de 19e eeuw werden ze gehouden op schepen om de ratten en muizen te vangen en tot ver in de 20e eeuw werden ze gekweekt voor hun vacht. Langzaamaan werd de fret ook als gezelschapsdier gehouden in Noordwest-Europa, Zuid Afrika en Japan.

Er bestaan 2 kleurvariëteiten, nl. de wildkleur en de albino. De albino is als pup wit en bij het ouder worden krijgen ze een meer gele kleur door de toegenomen vetachtige secretie van de huid. De wildkleur varieert van erg donker over chocoladebruin, lichtbruin tot lichtgrijs met in meer of mindere mate de tekening van de bunzing: een lichte ondervacht met donkere dekharen en donker gekleurde poten, staart en masker.

                    
foto van een bunzing          foto van een albino fret

De fret als gezelschapsdier

Fretten die als huisdier gehouden worden, zijn in het algemeen makkelijk te hanteren en niet agressief. Wanneer ze schrikken, is hun eerste reactie zichzelf te beschermen met hun behoorlijk scherpe tanden. Daarom is het niet aangeraden fretten bij jonge kinderen te laten spelen omdat op deze manier spijtige ongelukken kunnen voorkomen. Fretten bijten zelden uit agressie. Ze hebben de neiging alles wat beweegt te onderzoeken met hun tanden en bijten dan niet echt door.
Fretten hebben een slecht zicht, dus zet ze nooit op grote hoogten waar ze vanaf kunnen vallen. Als je een fretje niet goed kent, hou je hem/haar ook best niet te dicht bij je gezicht. Wanneer je een plotse beweging zou maken tot dicht bij de fret, zou de fret, door zijn slechte ogen, je neus wel eens kunnen houden voor een fijn speelgoedje waar hij zijn tandjes graag zou inzetten.
Laat een fretje altijd eerst aan de achterkant van je hand snuffelen, zo heb je een idee van zijn/haar karakter.
Een fretje kan je best optillen met 1 hand onder de bost/ buik en 1 hand als steun voor het achterlijf. Er bestaan verschillende technieken om fretten in bedwang te houden zonder dat ze kunnen bijten. Dit is van belang wanneer ze grondig onderzocht moeten worden of eventueel een injectie moeten krijgen. Mocht je toch gebeten worden en de fret wil niet loslaten, dan kan je best de hand met de fret onder de kraan met koud water houden.

Fretten kunnen makkelijk in groep gehouden worden, maar je beperkt dit best tot maximum 6 fretten per groep. Anders komen er vaak wrevelingen wat bij sommige fretten tot veel stress kan leiden.

Kenmerken

Het mannetje is meestal tweemaal zo groot als het vrouwtje, maar de grootte kan erg variëren. Een vrouwtje weegt tussen de 500 en de 1000 gram, een mannetje tussen 1000 en 2500 gram. Zowel het vrouwtje als het mannetje wegen in de winter zo’n 30 à 40% meer dan in de zomer. Onder invloed van het licht neemt de hoeveelheid onderhuids vetweefsel toe in de herfst en af in de lente.

Fretten die als huisdier gehouden worden en goed verzorgd worden, kunnen zo’n 9 tot 10 jaar worden. Gemiddeld worden ze 5 tot 7 jaar oud.
Door hun ongelooflijke nieuwsgierigheid kruipen ze overal in en onder, maar meestal komen ze wel terug te voorschijn om hun ontdekkingstocht verder te zetten.

Huisvesting

Fretten kunnen zowel binnens- als buitenshuis gehouden worden. Voor binnen voldoet een kooi van 0,5 op 1 meter voor één fretje. Hoe meer ruimte hoe liever, voornamelijk wanneer er niet dagelijks de gelegenheid is voor een speeluurtje buiten de kooi. Denk eraan: fretten zijn geen dieren die continu in hun kooi willen zitten. Ze zouden best 2 uren per dag uit de kooi gelaten worden onder supervisie!!
De kooi zelf moet gemaakt zijn uit een materiaal dat makkelijk proper te maken is. Er moet een goede luchtcirculatie zijn en de kooi moet bestand zijn tegen fretten die in de hoeken gaan graven. Indien de bodem van de kooi bestaat uit gaten, mogen deze niet te groot zijn, anders kunnen de fretten hierdoor voetletsels oplopen.

Fretten kunnen slecht tegen stof en gaan daarvan niezen en hoesten. Stoffig kattengrit, hooi en stro worden daarom afgeraden als bodembedekking.
Je mag de kooi nooit plaatsen in de felle zon. Fretten kunnen niet tegen temperaturen hoger dan 30°C. In de kooi moet je een aparte slaapplaats en ‘WC’ voorzien. Als slaapplaats voldoet een warm en droog plaatsje vb. een houten doosje met zuiver stro, een handdoek of een oude T-shirt.
In de kooi moet je ook een apart plaatsje voorzien waar de fret zijn behoefte kan doen. De meeste fretten, ongeveer 85%, kan je leren om op de ‘WC’ te gaan.

Hoe ga je te werk? → Je plaatst een klein doosje met lage zijkanten op die plaats waar je dier zijn behoefte doet. Doe er een dunne laag geplette korrels in. Je neemt best geen te grote korrels, want fretten spelen hier graag in. Je moet het ‘kattenbakje’ verschillende keren per week reinigen om de geur weg te houden.

Wanneer je fret vrij in een groot deel van je huis mag rondlopen, moet je op verschillende plaatsen een WC’tje zetten, want fretten lopen niet ver wanneer ze hoognodig moeten.

Speeltjes zijn heel belangrijk voor fretten. Geef nooit speeltjes van latex of rubber aan je dieren. Fretten kauwen graag en kunnen deze producten inslikken wat zelfs kan leiden tot een fatale darmopstopping. Wanneer de fret vrij rondloopt in je huis, moet je ervoor zorgen dat er nergens voorwerpen van rubber of schuim liggen waar ze aankunnen vb hoofdtelefoon, schoenen met rubberen zolen, rubberen kinderspeelgoedjes, ... Verhinder dat de fret aan de onderzijde van de meubels of de matrassen kan, deze bevatten vaak schuimrubber. Pas ook op met electriciteitskabels.
De beste speeltjes voor fretten zijn speeltjes die de fret aanzetten tot bv jachtgedrag zoals balletjes (simuleren van een prooi) of papieren zakken, PVC pijpen (tunnelvormige speeltjes).

Voeding

Een goede voeding is essentieel voor de gezondheid van de fret. Helaas worden er in de voeding van de fret veel fouten gemaakt wat belangrijke gevolgen kan hebben.
De fret is een carnivoor: zijn maagdarmkanaal is erop gebouwd om prooidieren in hun geheel op te eten en te verteren. Ze hebben een vrij kort maagdarmkanaal en geen blinde darm. Het voedsel passeert dan ook snel.
Fretten hebben een voeding nodig van hoge kwaliteit en goede verteerbaarheid met een beperkte hoeveelheid suikers. Vele commerciële voeders bevatten een teveel aan suikers.

Aanbevolen: Totally ferret, Hill’s Science Plan kitten brokjes en Eukanuba kitten brokjes. Gewoon honden – en kattenvoer is uit den boze!!!!!!

Voortplanting

Een vrouwtje is geslachtsrijp in het voorjaar volgend op haar geboorte. Ze is dan meestal 6 à 9 maanden oud. De cyclus van de fret is erg seizoensgebonden. Vanaf februari/maart tot september kunnen ze loops worden. Het begin van de loopsheid is gemakkelijk te herkennen doordat de vulva gaat zwellen onder invloed van de oestrogenen. Na ongeveer 1 maand bereikt de vulva haar volle omvang. Bij een fret gebeurt de eisprong niet vanzelf, maar enkel ten gevolge van een dekking. Wordt het vrouwtje niet gedekt, blijft de loopsheid duren tot aan het einde van het loopsheidseizoen. Dit kan dus tot 6 maanden duren en zolang blijft de oestrogenenspiegel erg hoog. Het is niet moeilijk om te begrijpen dat zo’n langdurige en sterke oestrogeneninvloed voor het vrouwtje ernstige gezondheidsproblemen kan veroorzaken, zoals erge bloedarmoede. Je laat een vrouwelijk fretje dus best steriliseren tenzij je een nestje wil.

Het mannetje is geslachtsrijp in het voorjaar volgend op zijn geboorte en is dan zoals het vrouwtje ongeveer 6 à 9 maanden oud. Hij is seksueel actief van december tot juli. Dit gaat vooraf aan het vrouwelijke loopsheidseizoen.

Vanaf 2 weken na het begin van de vulvazwelling kan men het vrouwtje laten paren. De dracht duurt 41 tot 44 dagen. Na de paring worden de vulvalippen zachter en gaan verschrompelen. Blijft de vulva gezwollen, dan kan je het vrouwtje opnieuw laten dekken. Het aantal jongen per dracht varieert van 2 tot 17 met een gemiddelde van 8 jongen. Bij de geboorte zijn de jongen blind en kaal. De ogen en oren gaan pas rond de 4e week open. De pups kunnen gespeend worden op 6 tot 8 weken.

Geboortecontrole

Het mannetje kan gecastreerd worden vanaf 5 maanden indien het fretje al duidelijk dekgedrag vertoont. Anders kan je beter wachten tot het fretje 6 tot 8 maanden oud is. Sterilisatie van het vrouwtje kan het beste voor of in het begin van de loopsheid uitgevoerd worden. Vanaf 6 tot 8 maanden leeftijd is dit mogelijk. Het is verstandig om een fretje niet langer dan 1 maand loops te laten.
Castratie en sterilisatie geven een vermindering van de typische geur van fretten.
Wil je geen nestje, kan je best sowieso je dier castreren of steriliseren om agressief gedrag bij de mannetjes en fatale bloedarmoede bij de vrouwtjes te vermijden.

Verzorging

  • Het wassen van fretten is niet nodig. Teveel wassen kan aanleiding geven tot te droge haren en huid. Aan te raden is fretten enkel te baden indien echt nodig bv wanneer het fretje vuil is of te ziek om zichzelf proper te houden. Je doet dit dan niet meer dan 2 keer per week en je gebruikt een zachte shampoo met een neutrale geur. Fretten hebben van nature een aparte geur die je nooit volledig zal wegkrijgen door te wassen. Indien de geur je stoort, opteer je best voor castratie of sterilisatie van je fret wat een vermindering van de geur zal geven.
    Volledig verdwijnen doet de geur nooit. KAN JE NIET TEGEN DE GEUR, KOOP DAN GEEN FRETJE!

  • De nagels van fretten kunnen erg scherp worden. Je kan ze best om de 6 à 8 weken knippen. Wanneer je het fretje een beloning geeft terwijl je de nagels knipt, is zijn aandacht afgeleid en kan je ondertussen gemakkelijk de nagels knippen.

  • De oortjes moeten op zich niet proper gemaakt worden. Fretten hebben soms erg veel en erg donker oorsmeer, dit is normaal.

Enkele veel voorkomende ziekten

  • Er zijn enkele virusziekten die kunnen voorkomen bij fretten.
1. Hondeziekte (Canine Distemper) : Fretten zijn gevoelig voor het hondeziekte virus, zelfs veel gevoeliger dan de hond zelf. De ziekte kan op de fret overgaan via andere besmette dieren zoals honden, vossen en andere fretten of via contact met besmet materiaal zoals schoenen of kledij. Eenmaal geïnfecteerd is de sterfte nagenoeg 100%. De ziekte verloopt meestal snel. De meest voorkomende ziektetekens zijn verlies van eetlust, koorts, etterige oog- en neusuitvloei en meestal sterfte. Indien het diertje deze eerste fase overleeft, ga je andere tekenen zien zoals overdadig speekselen, spiertrillingen, epilepsieaanvallen, coma en sterfte. Een behandeling is meestal zinloos. Gelukkig zijn er goede entstoffen om de fret te beschermen. Je kan je fret best laten vaccineren op 9 en 14 weken en dan jaarlijks herhalen. 
2. Rabies (hondsdolheid) : Hondsdolheid kan eventueel voorkomen bij fretten die los buiten lopen. Voor fretten die mee naar het buitenland gaan, is een vaccinatie tegen rabies verplicht.

3. Humane influenza (griep) : De humane griep, veroorzaakt door een virus, geeft geen verkoudheid bij de fret. Een verkoudheid bij de fret wordt door andere virussen veroorzaakt.
Fretten kunnen de griep krijgen van mensen en omgekeerd door contact met respiratoire secreties. Volwassen fretten ontwikkelen een waterige oog- en neusuitvloei, niezen, hoesten en een fluctuerende koorts. Soms hebben ze diarree. Ze zijn enkele dagen ziek maar herstellen meestal vanzelf na 4 à 5 dagen. Babyfretten kunnen heel erg ziek worden van de griep, maar herstellen meestal wel. Vermijd innig contact met babyfretten wanneer je de griep hebt.  
  • Parasieten
1. Wormen : Fretten hebben niet vaak wormen in maag en darmen, daarom is het niet nodig om standaard te ontwormen bij de fret.

2. Oormijt : Fretten hebben dikwijls last van oormijten. Een besmetting van de fret naar de hond of kat of omgekeerd komt zelden voor, maar is niet onmogelijk. De besmetting tussen fretten onderling gaat zeer snel. Vrijwel iedere fret die niet behandeld is, heeft oormijt. Deze mijt veroorzaakt een oorontsteking met soms jeuk. Wanneer je dit niet laat behandelen, kan er uiteindelijk een middenoorontseking ontstaan met evenwichtsstoornissen als gevolg. De behandeling is eenvoudig maar moet gebeuren bij alle fretten, katten en honden in het gezin.

3. Vlooien : Bij de fret komen dezelfde vlooien voor als bij de hond en de kat. Ze veroorzaken jeuk en eventueel huidletsels. Let op: fretten krabben zich vaak zonder dat er iets aan de hand is en je behandelt best slechts als er bewijs gevonden is van vlooien. 
  • Fatale anemie bij vrouwelijke fretten
Wanneer vrouwelijke fretten loops worden en er niet mee gekweekt wordt, kunnen ze soms verschillende maanden in deze toestand blijven waarbij de oestrogeenspiegel erg hoog blijft. Oestrogenen hebben een remmend effect op de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg met als gevolg dat deze aanmaak stilvalt en het dier een tekort krijgt aan rode bloedcellen Dit kan aanleiding geven tot bloedarmoede en sterfte. De beste behandeling is je fret preventief te laten steriliseren.
  • Vreemde voorwerpen in maag en darmen
Jonge fretten eten soms vanalles op wat een darmverstopping kan veroorzaken. Bij oudere fretten zie je eerder een verstopping ten gevolge van een kluwen van haren (haarballen) in de maag. Deze situaties zijn gevaarlijk en vragen een chirurgische tussenkomst. Preventief kan je ervoor zorgen dat je alle gevaarlijke voorwerpen verwijdert en je fret regelmatig een anti-haarbal pasta (voor de kat) geeft.
  • Adrenal disease (ziekte van de bijnier)
Deze ziekte komt frequent voor bij fretten ouder dan 2 jaar. Door ongekende oorzaken kunnen de bijnieren (kleine orgaantjes dicht bij de nier gelegen) bij de fret niet alleen groter worden, maar ook meer hormonen gaan produceren. Het betreft ofwel een overactiviteit ofwel een tumorale ontaarding van de bijnier. Dit kan zich uiten in vb beiderzijds haarverlies, sterkere lichaamsgeur, vergroting van de vulva bij gesteriliseerde vrouwtjes, verhoogde agressiviteit of paringsdrang bij gecastreeerde mannetjes, droge vacht en jeuk. Soms geeft het een vergroting van de prostaat bij de mannetjes, met plasmoeilijkheden tot gevolg. De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie, namelijk wegname van de bijnier, en medicatie.
  • Insulinoma (tumor van bepaalde cellen: beta-cellen van de pancreas (alvleesklier)
Deze ziekte komt dikwijls gelijktijdig voor met de voorgaande ziekte van de bijnieren. De beta-cellen van de pancreas produceren insuline dat noodzakelijk is voor de verwerking van glucose (suiker) in het lichaam. Bij een insulinoma is de produktie van dit insuline veel te hoog zodat het suiker, dat als energie dient voor de hersenen en de rest van het lichaam (spieren), direkt verwerkt wordt zonder dat het de organen bereikt die het nodig hebben. Dit resulteert in zwakte, misselijkheid en eventueel epilepsie.
  • Haaruitval
In het voorjaar kunnen sommige vrouwtjes over het hele lichaam kaal worden. Dit is normaal bij loopse vrouwtjes die gedekt zijn. Na de ovulatie valt de wintervacht plots uit, terwijl de nieuwe zomervacht nog maar erg kort is.
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben in de nazomer of herfst een kale staart ten gevolge van een nog onvoltooide rui.

Weetjes

  • Wanneer een fretje erg bang is kan hij/zij de anaalzakjes ledigen. Dit verspreidt een erg doordringende stank die moeilijk weg te krijgen is.

  • Jonge fretjes kauwen soms op kledingstukken of handdoeken. Dit is meestal babygedrag en zal verdwijnen naarmate het fretje ouder wordt.

  •  Geslachtsbepaling bij fretten.
  • vrouwtje → de geslachtsopening ligt vlak onder de anus. Tijdens de oestrus zijn de vulvalippen sterk gezwollen.
    mannetje → de geslachtsopening ligt onder de buik. In de penis kan je duidelijk het penisbeentje voelen. Bij een niet gecastreerde fret kan je onder de anus de testikels vinden.

  • Fretten hebben een sterke produktie van roodbruin oorsmeer. Dit is normaal en heeft een beschermende functie. Je maakt best de oren niet te veel proper, want dit kan de natuurlijke bescherming van het oor wegnemen en problemen veroorzaken.

  • Ook bij de fret komen schijnzwangerschappen voor. Dit gebeurt wanneer bij het vrouwtje wel een eisprong maar geen bevruchting plaatsvindt. Een schijndracht duurt ongeveer 42 dagen. De fretten vertonen ook een abnormaal “nestgedrag”. Ze slepen vaak met voorwerpen of hokgenoten, ook al zijn die 2x zo zwaar als zijzelf. De melkklieren kunnen tegen het einde van de schijndracht tot volledige ontwikkeling komen. Rond deze tijd kunnen de vrouwtjes jongen adopteren en verzorgen.